Andere woonplekken in de (Rotterdamse) binnenstad

Het vraagt om wat extra creativiteit. De enorme behoefte aan woningen en de populariteit van de stad maakt dat we daar waar mogelijk leegstaande panden en onderbenutte plekken moeten inzetten om in de vraag naar woonruimte te kunnen voorzien. Bekend zijn de voorbeelden van leegstaande kantoorpanden en winkels die zijn omgebouwd tot woning. Maar er zijn ook andere plekken in de bestaande stad waar het mogelijk is (of moet zijn) om woningen te realiseren. Noem het niches – maar alle beetjes helpen.

Hedwig van der Linden, onderzoeker aan de TU Delft, bekeek wat de mogelijkheden zijn voor wat zij noemt de tussenruimes in de binnenstad van Rotterdam. Het gaat hier om de expeditiestraten en –hoven. Deze zijn aangelegd in de periode van de wederopbouw, in de jaren na de Tweede Wereldoorlog. De expeditiestraten zijn bedoeld voor vrachtverkeer ter bevoorrading van winkels, bedrijfspanden, restaurants en andere horeca. De rol van de expeditiestraten is echter aan het wijzigen door de veranderende economie. Dit betekent dat deze plekken in de stad anders gebruikt kunnen worden. “Het zijn verborgen en vergeten plekken waar ruimte is voor ontwikkeling.”

Aantal bewoners in de binnenstad

Voor de Tweede Wereldoorlog woonden er ongeveer 90 duizend mensen in de binnenstad van Rotterdam. Na de oorlog nog slechts 20 duizend, omdat het bombardement in mei 1940 grote delen van die binnenstad had verwoest. Nu wonen er ongeveer 30 duizend in het centrum van de Maasstad. De prognose is dat dit aantal in de periode tot 2040 mogelijk zal oplopen naar 60 of 70 duizend.

Over de expeditiestraten  – die volgens de gemeente bijna 16 hectare beslaan – zegt Hedwig van der Linden: “Hier zijn fijne plekken van te maken. Of het nu gaat om openbare ruimte of het toevoegen van woningen.”

Ontwerp met 42 woningen

De net afgestudeerde onderzoeker aan de TU Delft, zelf woonachtig in Rotterdam, maakte een plan voor de bouw van nieuwe woningen in het Hoogkwartier, een wijk in het oostelijk deel van de Rotterdamse binnenstad. In haar ontwerp voor het 2de en 3de Sint-Janshof – het gaat om dubbele rechte expeditiestraten – zouden bijvoorbeeld 42 woningen kunnen worden toegevoegd voor eenpersoonshuishoudens met een oppervlakte tussen de 25 en 55 vierkante meter. Daarnaast voorziet haar plan in de aanleg van collectieve ruimtes. Die ook te gebruiken zijn voor omwonenden die in het bestaande expeditiebouwblok wonen. “Zo’n ontwikkeling moet namelijk een toevoeging zijn voor alle betrokkenen.”

Ook geschikt voor gezinnen

Het plan kan ook op een andere manier worden uitgewerkt, zodat er niet 42 maar bijvoorbeeld 20 woningen worden toegevoegd. Het gaat dan om grotere woningen die ook geschikt zouden zijn voor gezinnen. De interesse om in de stad te wonen leeft niet alleen bij jonge mensen en alleenstaanden, maar ook gezinnen en senioren tonen steeds vaker belangstelling. “Het zijn verborgen en geborgen plekken in de luwte van de stad. En dat is ook voor gezinnen fijn.”

Toevoegen én behouden

Expeditiestraten – en hoven zijn bijzondere plekken, vanwege de architectuur uit de jaren van de wederopbouw: vaak met poorten die toegang tot het expeditiehof geven. Het is er meestal rustig, omdat de straten gescheiden zijn van het winkelend publiek en geen bestemming hebben voor bezoekers. Deze hoven en straten kunnen veelal wel een opknapbeurt gebruiken. Er staan vaak afvalcontainers en geparkeerde auto’s. De gemeente Rotterdam schreef hier eerder over dat het nu vooral plekken zijn waar we niet willen of hoeven te komen. Maar dat het anders kan worden. In de brochure ‘Nieuw leven voor de Rotterdamse expeditiestraten’ nodigt de gemeente iedereen die zich geïnspireerd voelt uit om mee te werken  aan de toekomst van Rotterdamse expeditiestraten.

Voorbeelden uit het buitenland

Hedwig van der Linden vertelt over expeditiestraten in andere – buitenlandse – steden waar al volop gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden die deze bouwblokken met achterstraten te bieden hebben. In het Australische Melbourne zijn dergelijke ‘backalleys’ omgevormd tot uitgaanscentrum. “Het was een gebied met donkere steegjes, maar het is nu een hip uitgaansgebied.” Een ander voorbeeld gaat over de Mews in Londen:  de voormalige paardenstallen en de smalle straatjes eromheen zijn nu een geliefde verkeersluwe omgeving om te wonen.

Een visie ontwikkelen

Het is goed als gemeenten en andere betrokkenen een visie ontwikkelen voor expeditiestraten en blokken. Dat is geen gemakkelijke opgave omdat deze blokken in handen zijn van verschillende eigenaren en (de straten van) de gemeente. Deze plekken ogen rommelig maar hebben de potentie om mooie woonplekken te worden en zijn ook geschikt voor andere voorzieningen. Zo’n transformatie maakt de stad leefbaarder en het is een verrijking voor de publieke ruimte in de stad.”

Nog volop kansen

In Rotterdam is de ruimte in en rond de expeditiestraten en –hoven uitzonderlijk, omdat tijdens de wederopbouw werd gekozen voor een ruime opzet van de stad. Maar ook andere steden (en dorpen) kennen achterstraten en verborgen en vergeten plekken waar nog van alles mogelijk is als het gaat om het toevoegen van woningen. Daar zijn zeker kansen, volgens de onderzoeker aan de TU Delft.

Niet alleen hoogbouw toevoegen

Er zijn in Nederland een miljoen nieuwbouwwoningen nodig in de komende jaren om in de behoefte te kunnen voorzien: voor een deel te realiseren in de bestaande stad. Het toevoegen van woningen in en rond expeditiestraten is één van de mogelijkheden. Het zou het nieuwbouwaanbod ook meteen meer divers maken, volgens Hedwig van der Linden. In en rond het centrum van Rotterdam komt steeds meer hoogbouw. “Er is veel ruimte boven maar ook tussen het stedelijk weefsel en als het om nieuwbouw gaat, hoeft het niet altijd verticaal. Er moet ook aandacht zijn voor andersoortige woonmilieus. Het is belangrijk om vooral gebruik te maken van wat je al hebt.”

FOTO: maquette van plan 2de en 3de Sint-Janshof door Hedwig van der Linden

Meer informatie: