Bouwinvest wil investeren in betaalbare woningen

Het is belangrijk om door de crisis heen te investeren én heel nadrukkelijk in middenhuur. Institutionele investeerder Bouwinvest heeft de ambitie om minimaal 60 procent van de nieuwe aankopen in het betaalbare segment te laten plaatsvinden. De wil om te investeren in huurwoningen is nog altijd sterk. Het fundament van de woningmarkt is goed volgens de belegger, die investeert in vastgoed namens vooral Nederlandse pensioenfondsen. Ook al zijn de rekensommen om projecten in het middenhuursegment rond te krijgen nog weer wat moeilijker door de coronacrisis. Een gesprek over het tot ontwikkeling brengen van nieuwe pareltjes, mobiliteitsconcepten en de rol die metropoolregio’s kunnen spelen om aan de enorme vraag naar woningen te kunnen voldoen.

Het woningtekort is evident. Volgens een bericht op de website van Bouwinvest is het geschatte tekort in 2020 ongeveer 300.000 woningen en dit zou kunnen oplopen tot 1 miljoen woningen in de periode tot 2035. De druk op de woningmarkt is dan ook enorm. Het leegstandspercentage van huurwoningen van Bouwinvest was nog nooit zo laag, volgens Michiel de Bruine, Director Dutch Residential Investments bij Bouwinvest. Dat heeft niet alleen te maken met het woningtekort, maar ook met de keuze van de woonconsument. “We zien dat consumenten nog meer dan voorheen willen gaan huren.”

Vrije sector huur

Van de totale Nederlandse woningvoorraad is bijna acht procent vrije sector huur. Binnen het vrije sector huursegment is een deel middenhuur, het segment met een huur boven de sociale huurgrens van bijna 740 euro tot ongeveer duizend euro per maand. Er wordt veel gebouwd in dit segment, maar de aantallen moeten flink omhoog om aan de vraag te kunnen voldoen. De hoge grondprijzen, de stijgende bouwkosten, de opeenstapeling van eisen rond huurprijzen, bouwkwaliteit, duurzaamheid en woonoppervlak maken het lastiger om op een financieel haalbare manier betaalbare woningen aan te kopen. Dit wordt nog versterkt door het feit dat door de crisis de waardeontwikkeling van woningen naar de toekomst toe waarschijnlijk minder positief is. “

Samenwerking

Juist vanwege de grote vraag naar woningen in Nederland is het belangrijk dat publieke en private partijen elkaar vinden en samen de langetermijndoelen vast te stellen. Volgens Michiel de Bruine zijn corporaties, gemeenten, beleggers en ontwikkelaars natuurlijke partners om het woningtekort op te lossen. Als voorbeeld noemt hij het Stadsakkoord Wonen Utrecht, waar veel partijen bij betrokken zijn. Maar ook andere steden kennen vergelijkbare initiatieven.

Rachmaninoff

In Utrecht resulteerde de samenwerking tussen de gemeente, het platform WoningNet en Bouwinvest in een pilot met het doel de doorstroming vanuit sociale huurwoningen naar middenhuurwoningen te stimuleren. Het gaat om een pilot bij nieuwbouwproject Rachmaninoff. Huurders uit de sociale sector krijgen voorrang als ze de overstap willen maken naar een middenhuur- of vrijesectorwoning in het project Rachmaninoff. Deze pilot krijgt een vervolg in de Gemeente Utrecht. “Het is een puzzel, maar als iedereen een beetje meebeweegt, dan lukt het.”

Senioren

Als het om doorstroming gaat zet Bouwinvest ook in op meer betaalbare huurwoningen voor senioren. Het is een groeiende doelgroep en door te investeren in levensloopbestendige huurwoningen kunnen senioren de stap maken om hun huidige woning te verruilen voor een woning die geschikt is om op latere leeftijd te wonen. Ook hier ligt een grote opgave. Senioren hebben nu nog te weinig mogelijkheden om die stap te maken vanwege het geringe aanbod. “Bij de nieuwe woningen die we laten bouwen voor deze doelgroep letten we op de locatie, duurzaamheid en de veiligheid voor de bewoners. We zijn bezig met de labelling van onze portefeuille met het Woonkeur keurmerk zodat het helder is welke woningen geschikt zijn voor deze doelgroep.”

Metropoolregio’s

Het is voor alle ontwikkelaars en beleggers een enorme uitdaging om – vanwege de gestegen grondprijzen – locaties te vinden die betaalbaar zijn. Bouwinvest richt zich met investeringen vooral op huurwoningen in wat ze de Holland Metropole Regio noemen: Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag en Eindhoven en alle gemeenten eromheen. Dus niet puur en alleen de binnenstad. De omliggende gemeentes van deze steden zijn met het oog op de betaalbaarheid van de grond steeds belangrijker als het gaat om nieuwe investeringen. Heel recent investeerde Bouwinvest bijvoorbeeld nabij Eindhoven in nieuwbouwprojecten in Nuenen en Veldhoven. En de belegger heeft ook grote plannen met een gebiedsontwikkeling in Schalkwijk in Haarlem.

De potentie zien

Waar het volgens Michiel de Bruine om gaat is het vinden van locaties met potentie. Het stadsdeel Schalkwijk in Haarlem lijkt op het eerste gezicht misschien niet de perfecte plek. Maar het is wel een buurt waar veel gebeurt en waar ook steeds meer in wordt geïnvesteerd. “Het gebied heeft de potentie. Het ligt nabij het stadscentrum en er is veel ruimte, maar kent nu nog een eenzijdig woonaanbod. Dat betekent wel dat je er iets moet doen. Niet alleen door er een gebouw – dus woningen – neer te laten zetten, maar om een hele gebiedsontwikkeling in gang te zetten. Zo’n plek zien we als een toekomstig pareltje. Zoals we dat jaren geleden ook zagen in het Olympisch Stadiongebied of het NDSM-terrein in Amsterdam.”

Mobiliteit

Het tot ontwikkeling brengen van locaties in gemeenten rondom grote steden, kan helpen om het woningtekort fiks te verminderen, concludeert Michiel de Bruine. “De focus ligt op woningbouw en dat is terecht. Tegelijkertijd ben ik ervan overtuigd dat met de juiste infrastructuur, een groot gedeelte van de woningvraag kan worden beantwoord.”

Hij vindt mobiliteit overigens niet iets wat alleen de overheid aangaat. Natuurlijk is het de overheid die zorgt voor de aanleg van nieuwe wegen. “Maar als het gaat om mobiliteitsconcepten dan is het belangrijk dat partijen zoals Bouwinvest ook samenwerkingen aangaan met andere partijen. Zo werken wij op meerdere locaties samen met deelmobiliteitsbedrijf Hely. We plaatsen samen mobiliteitshubs bij wooncomplexen. Het kan gaan om deelauto’s en bijvoorbeeld elektrische deelfietsen. De ruimte is schaars in stedelijke gebieden en een deelconcept scheelt ruimte.”

Foto: Rachmaninoff in Utrecht (Bouwinvest)

Meer informatie: