U zou het transformeren nieuwe stijl kunnen noemen. Of transformeren 2.0. Een oud kantoorpand in de stad transformeren tot woning waarbij de koper kiest voor casco oplevering van een appartement dat hij of zij vervolgens zelf kan afbouwen. Dit maakt wonen in de stad relatief betaalbaar. Vandaar dat Van Omme & De Groot Projectontwikkelaars en Bouwers op zoek is naar goede kantoorpanden op goede locaties in de stad. Dat kan in Rotterdam zijn, maar ook andere steden in de regio. “Ik denk zeker dat hier een doelgroep voor is.”
Wonen in een oud kantoorpand, bedrijfspand of winkel is enorm populair onder woningzoekenden. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek had maar liefst negen procent van alle nieuw opgeleverde woningen in 2016 eerder een andere bestemming. Dit jaar ligt dat percentage wellicht iets lager, omdat de leegstand van oude panden aan het teruglopen is. Deels omdat er al veel plekken zijn aangepakt, maar ook omdat de economie de wind mee heeft en de bedrijvigheid weer is toegenomen.
Niet alle panden zijn geschikt voor transformatie
Ook zijn niet alle panden die leeg staan geschikt voor transformatie, vertelt Marco Dijkshoorn van de Rotterdamse projectontwikkelaar en bouwer Van Omme & De Groot. Zijn bedrijf heeft tijdens de crisis veel ervaring opgedaan met transformaties van oude bedrijfs- en kantoorpanden. Veel hangt af van de kolommenstructuur van een pand. “Je probeert als ontwikkelaar appartementen te bouwen waar voldoende daglicht naar binnen kan. Dat moet goed geregeld zijn en ook is het uiteraard belangrijk om goede vluchtwegen aan kunnen te leggen. Dat moet mogelijk zijn.”
Trots op afgeronde transformatieprojecten
De ontwikkelaar heeft in Zoetermeer en Rotterdam panden getransformeerd en is trots op het resultaat. “In Zoetermeer stond aan de Italiëlaan een kantoorpand dat vele jaren een doorn in het oog was. Het stond geruime tijd leeg. Wij hebben dat getransformeerd tot woningen voor jongeren. De plek was goed en de afmetingen waren geschikt om er snel goede nieuwe woningen te kunnen realiseren.”
In de Rotterdamse wijk Kralingen transformeerde het bedrijf recenter een oud kantoorpand volgens het concept Student Hotel, een plek waar hotelkamers en tijdelijke woonruimtes voor studenten en jonge professionals worden gecombineerd. “Het was eigenlijk een no-go area. Er zat niets. Nu zit er weer horeca, de avondwinkel draait weer goed. Het is dus een goede zaak om dit soort locaties te transformeren.”
Er valt nog genoeg te transformeren
Behoefte aan woonruimte is en blijft voorlopig enorm in de steden. Volgens Marco Dijkshoorn valt er ook nog genoeg te transformeren. Er zijn in zijn optiek nog veel donkere gaten in de stad, die aangepakt kunnen worden. Het grootste struikelblok is over het algemeen de prijs. Tijdens de crisis kwamen er regelmatig partijen langs om te praten over de mogelijkheid om een pand dat leeg stond aan te laten pakken en te laten transformeren. “De vraag was toen vaak: wat levert het op als jullie gaan transformeren.” Maar de crisis is voorbij en de prijzen lopen weer op. Van Omme & De Groot is echter nog steeds op zoek naar panden die getransformeerd kunnen worden. “We zoeken goede ruimtes. Bij voorkeur op een goede locatie dicht bij voorzieningen. We krijgen regelmatig panden aangeboden, maar niet elk pand is geschikt of past ons financieel.”
Industriële look voor young professionals in de stad
Wat de ontwikkelaar uit Rotterdam nog graag zou willen doen is het aanbieden van getransformeerde panden die casco worden opgeleverd. Dit betekent dat de keukenopstelling en badkameropstelling zijn aangebracht, maar dat de koper van zo’n appartement het pand zelf kan afbouwen. Dit maakt zo’n appartement ook meteen betaalbaarder. Handig nu de prijzen van huizen (in de stad) erg aan het oplopen zijn. “Ik denk daarbij aan mooie loftruimtes voor mensen die van een industriële look houden. Een pand met lekker veel leefruimte.”
Zoektocht naar een gaaf kantoorpand
De ontwikkelaar is naar eigen zeggen op zoek naar een gaaf kantoorpand om een dergelijk project neer te kunnen zetten. “Dat hoeft niet per se in Rotterdam te zijn. Er zijn meer mogelijkheden. Maar transformaties proberen we wel enigszins in de buurt te houden. Dit soort projecten zijn vaak heel intensief.”